Deel 5a in de "Culture Wars"- serie
Baudet
heeft van Bannon geleerd dat je de instituties
moet veroveren.
In het buitenland houdt hij daarom ook van die "Uil van Minerva"-speeches. Als je zijn zegerede van de avond van de Provinciale Statenverkiezing 2019 hoort, dan hoor je de echo van Spengler over de ondergang van het Avondland.
In het buitenland houdt hij daarom ook van die "Uil van Minerva"-speeches. Als je zijn zegerede van de avond van de Provinciale Statenverkiezing 2019 hoort, dan hoor je de echo van Spengler over de ondergang van het Avondland.
Hij heeft van Fortuyn geleerd
dat mensen niet stemmen op iemand die op henzelf lijkt, maar iemand
die hun verlangens snapt, verwoordt en wil inwilligen. Dus rijdt
hij ook in dure auto’s met chauffeur, koketteert hij met klassieke
muziek en architectuur enzovoort. Hij laat zien dat hij niet van de
straat is, kortom. Intussen creëert hij het beeld dat er een elite
is (“Kartel”) die onderling de buit en de baantjes verdeelt en
die zijn (Baudet’s) volgelingen (en dit is cruciaal) “buitensluit”.
Daarmee heeft hij de kern van het postmoderne verhaal te pakken. De
hardwerkende burger wordt tot slachtoffer getransformeerd en hij kan
zich dan opwerpen als de verlosser van diezelfde burger. Vandaar uiteraard zijn onmiddellijke en enthousiaste adhesie voor het initiatief van Karskens en Niemöller.
Hij maakt
dus een combinatie van behoudzucht op inhoud en postmoderne vorm en
stijl via bijvoorbeeld de sociale media.
Dat hij ondertussen in de
Tweede Kamer tegen de belangen van diezelfde burger stemt brengen de
NPO en commerciële media niet in beeld (stemmingsuitslagen bijhouden
is niet sexy). Daar komt bij dat hij zich rekent tot de populistische
stroming in Europa waar ook Orban van Hongarije en Farage (van de
Brexit) bij horen. De Oikofielen. "Cultuur-Christenen". Een vaag romantisch conservatief idee
over een blanke soevereine samenleving die omheind en beschermd moet
worden.
Al jaren her heeft Baudet gepubliceerd over Europa en de vervreemding cq. afstandelijke schaalvergroting enzovoort. Daarvoor gebruikt hij de term Oikofobie (bestuurders die de inheemse, nabije, overzichtelijke dorps- en buurtgemeenschap vrezen en/of haten).
Door dat tegenover de
Brusselse bureaucratie te zetten raakt hij een gevoelige snaar. Dat je
alleen in europees verband kwesties als immigratie, broeikaseffect en
Chinese handelshegemonie kunt aanpakken plaatst hij buiten
beeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten