Wonderlijk hoe een monnik zich kan vastbijten in datgene wat hem toch het allermeest ontraden is. In het geval van Lobsang Yeshi Jample betreft het een filippica tegen Lhamo Thondup Tandzin, beter bekend als de Dalai Lama en ’s werelds favoriete knuffelmonnik, die volgens eerstgenoemde op zijn minst een wolf in schaapskleren is. Als de goede man had willen bewijzen dat hij geen agent van het Peking regime is, dan had hij beter andere dingen kunnen zeggen. Hij claimt ondanks evidente signalen van het tegendeel een origineel en authentiek boeddhist te zijn. Nou heb ik altijd begrepen dat boeddhisme staat voor milde zelfrelativering, onbevangenheid, mededogen voor juist diegenen die niet je vrienden zijn en grenzenloze vergevingsgezindheid. Hetgeen communicatief ervaarbaar is als verkwikkend, ontspannend, glimlachverwekkend, heilzaam zacht en, eerlijk is eerlijk, op den duur ook van een niet helemaal tastbare saaiheid.
Als voornoemde Lobsang zich uitspreekt, zijn deze sensaties al verdampt voordat ze waarneembaar worden. Sterker, bij mij doen zich de tegengestelde ervaringen voor.
Ik raak bevangen, onweerswolken ballen samen, het kriebelt en rommelt in dat deel van de onderbuik waar bij mij de lava rust, ik krijg de neiging hem bij de virtuele kladden te grijpen, de klas uit te sturen en strafregels te laten schrijven. Zijn uitspraken voelen aan als een amerikaanse subprime mortgage, die vraagt om een politiek-spirituele ontstekingsremmer.
Luister en proef zelf de communicatiestijl van deze 13e reincarnatie van Kundeling.
“De dalai lama moet vooral nooit als leider naar Tibet terugkeren", hoopt Kundeling/Lobsang voor zijn volk. "Je moet er toch niet aan denken dat hij een land zou krijgen waar hij de machtigste is. Dan krijg je taliban-achtige toestanden.” En: “Hij stookt intern de zaak op, maar zodra de buitenwereld er lucht van krijgt, speelt hij de vermoorde onschuld”.
Vergelijk dat eens met de houding van de aangevallene tegenover zijn Chinese opponenten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten