dinsdag 22 september 2009

De onthullingen van KPMG: slimme PR

KPMG zocht uit dat jonge managers, in de ogen van 2 op elke 5 bedrijven, een sterk verlaagd normbesef vertonen; ze gaan voor status en poen.
De (HBO-) opleidingen moeten dat verhelpen: hun “vormende” taak serieuzer oppakken, zeggen ze bij KPMG.
Het onderzoek staat helaas niet online, maar de voorzitter van de HBO Raad Terpstra heeft het kennelijk ingezien en geconcludeerd dat die –kritische- bedrijven de hand in eigen boezem moeten steken. Want zij hebben toch zelf deze “high potentials” geworven en ingehuurd?
In mijn trainingen kom ik die Gordon Gekko’s tot nu toe niet tegen.
Mijn grootste aarzeling bij het KPMG-bericht is dan ook de interpretatie van dit onderzoeksresultaat.
Is het erger geworden? Deden eerdere generaties managers het zoveel beter? Is er een vergelijking gemaakt van de effectiviteit tussen bedrijven met een hoog Gekko gehalte en meer Maatschappelijk Verantwoordelijke organisaties? Zijn die hebzuchtige HiPo’s vooral mannen of hebben ook sommige vrouwen dergelijk gedrag ontwikkeld om maar door dat glazen plafond heen te kunnen breken?
Allemaal vragen die het persbericht niet beantwoordt.
Vermoedelijk is de kreet dat de scholen het moeten oplossen niet meer dan een noodgreep. Want ik acht iedere ambitieuze jonge man of vrouw met voldoende hersens en een open hart in staat uit te groeien tot een goede leidinggevende, mits de cultuur van het bedrijf bewust zo wordt ingericht dat leiderschap zich op alle niveaus voortdurend ontwikkelt in de richting van een lerende en duurzame organisatie.
Update:Het lijkt erop dat het onderzoek minder gericht was op het maken van wetenschappelijke vorderingen dan op het bedenken van een slimme advertorial (waar overigens op zichzelf niks mis mee is).

vrijdag 11 september 2009

Optrekkende mist - die hoofddoek past ons allemaal

De polemiek die Femke Halsema los maakt, zorgt voor een hoop overbodige commotie. Voor die jammerlijke mist is de mooie term Functie/Fase-verwarring uitgevonden. Had zij nou maar gezegd: “Natuurlijk is de Islam een probleem zolang die de poorten van de Idjtihad gesloten wil houden”. Dan was er niks aan de hand geweest.
De verwarring ontstaat door geen onderscheid te maken tussen het spirituele (of het religieuze zo u wilt) als een aangeboren vermogen cq. verlangen (in mensen van alle tijden), enerzijds en anderzijds het seculiere misverstand (pg 84) dat geloof per definitie iets is van de premoderne tijd dat je dus als een oude jas achter je kunt laten.

Zo heb je premoderne (GW Bush), moderne (Kardinaal Willebrands) en postmoderne (Ds Hendrikse, Herman Wijffels) christenen; premoderne (Israël ben Eliëzer), moderne (Abraham Soetendorp) en postmoderne (Michael Lerner) Joden; en ja, inderdaad, ook premoderne (Muhammad ibn Abd-al-Wahhab), moderne (Tariq Ramadan) en postmoderne (Tofik Dibi) moslims. Magisch, mythisch, rationeel, post-rationeel (ietsisme), Zen-verlicht; het rijtje kan (en zal vermoedelijk) nog wel een tijdje doorgaan. En de moeilijkheden rond de Islam zullen eveneens niet verdwijnen zolang de Ulema de poorten van de Idjtihad gesloten willen houden (foto: Karen Armstrong, die de fase/functie-verwarring over de hoofddoek wel onderkent).
Update: Vanochtend in Trouw heeft Goslinga wat mij betreft een gevoelige snaar te pakken. Hij geeft helder aan tot welke consequenties het kan leiden als de "fase/functie-verwarring" niet wordt begrepen en overstegen!