zaterdag 20 maart 2010

Witte raven in Managementland

Verjaarsfeestjes, daar ben ik doorgaans niet zo van.
Maar soms tref je het, zomaar.
Zo had ik vanmiddag opeens een boeiend gesprek met oud-studiegenoot en vakbroeder A die doceert aan een HBO instelling in het midden des lands.
Wat me niet vaak overkomt, gebeurde nu wel: ik trof hier een man die zonder voorbehoud zijn leidinggevende prees. We kwamen aldus te spreken over een kwestie die mij al langer bezig houdt: wat maakt nou dat de ene middenmanager het er beter af brengt dan de andere. Ze hebben immers allemaal standaard te maken met de sandwich positie. Ze kunnen niet al hun gewicht in hun team leggen, maar zetbaas zijn “van hogerhand” is meestal ook geen lang leven beschoren.
Hoe vind je de juiste middenpositie?
Welnu, de manager in kwestie deed een aantal dingen. Zij was duidelijk; reflecteerde op haar zwakke en sterke punten en deed daar niet geheimzinnig over, integendeel, zij liet dingen aan medewerkers over die dat beter konden; zij was oprecht geinteresseerd in het vak van haar mensen en kwam geregeld in de collegezaal; zij daagde mensen uit om het beste uit zichzelf te halen en vierde successen met de betrokkenen; zij roemde de managementgoeroes slechts als ze bewijsbaar iets bleken toe te voegen aan de eigen organisatie; zij deed alleen toezeggingen die ze na kon komen; zij besteedde 4 dagen in de week aan haar eigen toko en nooit meer dan gemiddeld een dag aan strategische overhead (maar die ene dag was zeer effectief). Kortom, zo’n leidinggevende gun je meer mensen. Terwijl het, als ik het zo eens op een rijtje zet, toch competenties zijn die tot het standaardrepertoire van de middenmanager behoren.
Maar waarom is het dan zo bijzonder als eens iemand het werkelijk in de praktijk brengt?
Daarover wellicht een volgend keer.

Beelden en Waarden

George Monbiot was onlangs  wintergast bij Jeanine Abbring. Ook hier  kwam hij al eens langs. Hij schreef  gisteren in The Guardian een beh...